→ Szkoda Niderlandzki 2 → Start Learning / Flashcards Téléchargement MP3

question		réponse
do zobaczenia commencer à apprendre		Tot ziens, tot kijk
widzimy sie commencer à apprendre		we spreken elkaar
do zobaczenia nastepnym razem commencer à apprendre		tot de volgende keer
przyjemnego weekendu commencer à apprendre		prettig weekend
czy mozesz sie przedstawic commencer à apprendre		kun u zich voorstellen
przedstawić commencer à apprendre		voorstellen
Przedstaw sie commencer à apprendre		Stel jezelf voor
kim jestes commencer à apprendre		wie ben je
jak sie nazywasz commencer à apprendre		Wat is jouw naam, hoe heet je?
nazywam sie Damian commencer à apprendre		Mijn naam is Damian, Ik heet Damian
Milo mi Cie poznac commencer à apprendre		Aangenaam
Milo mi Pana/pania pozbac commencer à apprendre		Prettig met u kennis te maken
Skad jestes commencer à apprendre		Waar kom je vandaan
Z jakiego kraju pochodzisz commencer à apprendre		Uit welk land kom je?
Jestem Polakiem commencer à apprendre		Ik ben Pools
Jakiej jestes narodowosci commencer à apprendre		Wat is jouw nationalieit
Skad on/ona jest? commencer à apprendre		Waar komt hij/zij vandaan?
Gdzie mieszkasz commencer à apprendre		Waar woon je
W jakim miescie mieszkasz commencer à apprendre		In welke stad woon je
Mieszkam w Utrechcie commencer à apprendre		Ik woon in Utrecht
W jakiej wsi mieszkasz commencer à apprendre		In welke dorp woon je?
Mieszkam w Soest commencer à apprendre		ik woon in Soest
Jak dlugo mieszkasz juz w Holandii commencer à apprendre		Hoe lang woon je al in Nederland
mieszkam tu juz 4 lata commencer à apprendre		Ik woon hier al 4 jaar
Ile masz lat commencer à apprendre		Hoe oud ben je
W jakim wieku jestes? commencer à apprendre		wat is je leeftijd?
Mam 31 lat commencer à apprendre		Ik ben 31 jaar oud
Moj wiek to 31 lat commencer à apprendre		Mijn leeftijd is 31 jaar
Nic sie nie zmieniles commencer à apprendre		Je bent niks veranderd
Dobrze wygladasz commencer à apprendre		Je ziet er goed uit
Wygladasz mlodo commencer à apprendre		Je ziet er jong uit
Jaka prace wykonujesz? commencer à apprendre		Wat voor werk doe je?
Czym sie zajmujesz commencer à apprendre		Wat doe je in het dagelijkse leven
zycie codzienne commencer à apprendre		alledaagse leven
Jestem spawaczem commencer à apprendre		ik ben een lasser
Gdzie pracujesz commencer à apprendre		Waar werk je
Pracuje w szkole commencer à apprendre		ik werk op school
pracuje przez agencje pracy commencer à apprendre		Ik werk via een uitzendbureau
jestem bezrobotny commencer à apprendre		Ik ben werkloos
Szukam nowej pracy commencer à apprendre		Ik ben op zoek naar een nieuwe baan
Zostalem zwolniony commencer à apprendre		ik ben ontslagen
zwolniony commencer à apprendre		ontslagen
zostalem przyjety do pracy commencer à apprendre		Ik ben aangenomen (om te werken)
Mam nowa prace commencer à apprendre		ik heb een nieuwe baan
czy moge wziasc wolne commencer à apprendre		Mag ik een dagje vrij nemen
czy moge placic karta commencer à apprendre		kan ik met de pas betalen
czy mozna placic gotowka commencer à apprendre		Mag ik contant te betalen?
ile kosztuje commencer à apprendre		Hoeveel kost het
czy moge zaplacic commencer à apprendre		Mag ik betalen
Rachunek poprosze commencer à apprendre		Ik wil graag de rekening
Czyja kolej? commencer à apprendre		Wie is er aan de beurt?
Jak moge pomoc? commencer à apprendre		Hoe kan ik u helpen?
Co moge dla pana zrobic commencer à apprendre		Wat kan ik voor je doen
Czy moge prosic kilo jablek commencer à apprendre		Mag ik een kilo appels?
Chcialbym dwa hamburgery commencer à apprendre		Ik wil graag twee hamburgers
Dla mnie prosze dwa banany commencer à apprendre		Voor mij, twee bananen, alsjeblieft
prosze o szesc commencer à apprendre		Doet u er maar zes
Ser jest w promocji commencer à apprendre		De kaas is in de aanbieding
Czy cos jeszcze commencer à apprendre		Nog iets andersAnders nog iets, mevrouw
to wszystko commencer à apprendre		dat is het/alles
czy to wszystko commencer à apprendre		is dat alles?
Ile to kosztuje commencer à apprendre		Wat kost dat?
Ile to kosztuje commencer à apprendre		Hoeveel kost dat?
Ile place razem commencer à apprendre		Hoeveel is het bij elkaar?
Ile musze zaplacic commencer à apprendre		Hoeveel moet ik betalen?
czy mogę bilet do ...? commencer à apprendre		Mag ik een kaartje naar ...?
Ile kosztuje bilet w dwie strony? commencer à apprendre		Wat kost een retour?
O ktorej odjezdza pociag/autobus? commencer à apprendre		Hoe laat vertrekt de trein/bus?
Ile trwa podroz commencer à apprendre		Hoe lang duurt de reis?
Z ktorego peronu odjezdza pociag commencer à apprendre		Van welk spoor vertrekt de trein
Gdzie mozna kupic bilet na pociag? commencer à apprendre		Waar kan ik een treinkaartje kopen?
Ile kosztuje wynajem tego mieszkania commencer à apprendre		Wat kost deze huurwoning?
Czy jest wifi commencer à apprendre		Is er wifi
Jakie jest haslo commencer à apprendre		Wat is het wachtwoord
Jestem zainteresowany commencer à apprendre		ik ben geïnteresseerd
Wynajem jest za drogi commencer à apprendre		De huur is te hoog
Gdzie nalezy wyrzucac smieci commencer à apprendre		Waar moet je je afval weggooien?
Szafa jest popsuta commencer à apprendre		deze kast is kapot
Lozko jest popsute commencer à apprendre		Het bed is kapot
Denerwuja mnie sasiedzi commencer à apprendre		Ik heb last van de buren
Ktora jest godzina? commencer à apprendre		Hoe laat is het?
Czy masz czas commencer à apprendre		Heb je tijd
Nie mam czasu commencer à apprendre		ik heb geen tijd
Dokladnie commencer à apprendre		Precies
Za kwadrans commencer à apprendre		Over een kwartier
Okolo godziny 3 commencer à apprendre		Om Ongeveer 3 uur
za dwie godziny commencer à apprendre		over twee uur
O ktorej godzinie commencer à apprendre		Hoe laat
końcówka spawalnicza commencer à apprendre		contact blaze

szkoda niderlandzki 2

Vous devez vous connecter pour poster un commentaire.

plus