nr2 czasowniki niderlandzkie-czasy

 0    24 fiche    ewaro31
Télécharger mP3 Imprimer jouer consultez
 
question réponse
czytam, bede czytal, czytalem, przeczytalismy
commencer à apprendre
ik lees, ik zal lezen, ik las we hebben gelezen
leze, bede lezal, lezalem polezelismy
commencer à apprendre
ik lag, ik zal liggen, ik lag, we hebben gelegen
chodze, pojde, chodzilem, poszlismy
commencer à apprendre
ik loop, ik zal lopen, ik liep, we hebben gelopen
biore, wezme, bralem, wzielismy
commencer à apprendre
ik neem, ik zal nemen, ik nam, we hebben genomen
mowie, bede mowil, mowilem, mowilismy
commencer à apprendre
ik praat, ik zal praten, ik praatte, we hebben gepraat
podrozuje, bede podrozowal, podrozowalem, podrozowalismy
commencer à apprendre
ik reis, ik zal reizen, ik reisde, we hebben gereisd
gole, ogole, golilem, ogolilismy
commencer à apprendre
ik scheer, ik zal scheren, ik schoor we hebben geschoren
maluje, pomaluje, malowalem, pomalowalismy
commencer à apprendre
ik schilder, ik zal schilderen, ik schilderde, we hebben geschilderd
pisze, napisze, pisalem, napisalismy
commencer à apprendre
ik schrijf, ik zal schrijven, ik schreef, we hebben geschreven
zamykam, zamkne, zamykalem, zamknelismy
commencer à apprendre
ik sluit, ik zal sluiten, ik sloot, we hebben gesloten
kroje, pokroje, kroilem, pokroilismy
commencer à apprendre
ik snijd, ik zal snijden, ik sneed, we hebben gesneden
gram, zagram, gralam, zagralismy
commencer à apprendre
ik speel, ik zal spelen, ik speelde, we hebben gespeeld
mowie, powiem, mowilem, powiedzielismy
commencer à apprendre
ik spreek, ik zal spreken, ik sprak, we hebben gesproken
skacze, skocze, skakalem, skoczylismy
commencer à apprendre
ik spring, ik zal springen, ik sprong, we zijn gesprongen
stoje, bede stal, stalem, postalismy
commencer à apprendre
ik sta, ik zal staan, ik stond, we hebben gestaan
ciagne, pociagne, ciagnalem, pociagnelismy
commencer à apprendre
ik trek, ik zal trekken, ik trok, we hebben getrokken
lece, polece, lecialem, polecielismy
commencer à apprendre
ik vlieg, ik zal vliegen, ik vloog, we zijn gevlogen
pytam, zapytam, pytalem, zapytalismy
commencer à apprendre
ik vraag, ik zal vragen, ik vroeg, we hebben gevraagd
czekam, zaczekam, czekalem, zaczekalismy
commencer à apprendre
ik wacht, ik zal wachten, ik wachtte, we hebben gewacht
pracuje, bede pracowal, pracowalem, pracowalismy
nie pracuj tak ciezko! tak nie mozna, masz pracowac! musialem pracowac
commencer à apprendre
ik werk, ik zal werken, ik werkte, we hebben gewerkt
werk niet te hard! zo werkt dat niet, werken zal je! ik heb moeten werken
rzucam, rzuce, rzucalem, rzucilismy
commencer à apprendre
ik werp, ik zal werpen, ik wierp, we hebben geworpen
spiewam, zaspiewam, spiewalam, zaspiewalismy
commencer à apprendre
ik zing, ik zal zingen, ik zong, we hebben gezongen
siedze, usiade, siedzialem, posiedzielismy
siedzicie wygodnie? mam tego dosyc
commencer à apprendre
ik zit, ik zal zitten, ik zat, we hebben gezeten
zitten jullie lekker? het ziet me tot hier
plywam, poplywam, plywalem, poplywalismy
poplynalem do brzegu, magda ma zbyt obszerne spodnie
commencer à apprendre
ik zwem, ik zal zwemmen, ik zwom, we hebben gezwommen
ik ben naar de kant gezwommen, magda zwemt in haar broek

Vous devez vous connecter pour poster un commentaire.