→ Narzędzia 1 → Start Learning / Flashcards Téléchargement MP3

question		réponse
de hamer Met deze hamer kun je spijkers in de muur slaan. commencer à apprendre		młotek Tą młotkiem możesz wbić gwoździe w ścianę.
de schroevendraaier Gebruik de schroevendraaier om de schroeven vast te draaien. commencer à apprendre		śrubokręt Użyj śrubokręta, żeby przykręcić śruby.
de boormachine Met deze boormachine kun je gaten in de muur maken. commencer à apprendre		wiertarka Tą wiertarką możesz zrobić otwory w ścianie.
de zaag Zaag het hout in stukken met de zaag. commencer à apprendre		piła Piłuj drewno na kawałki piłą.
de schaar Knip het papier met de schaar. commencer à apprendre		nożyczki Nożyczkami przetnij papier.
de tang Gebruik de tang om de buis vast te houden. commencer à apprendre		szczypce Użyj szczypiec, żeby trzymać rurę.
het meetlint Meet de lengte van de plank met het meetlint. commencer à apprendre		miarka Zmierz długość deski miarką.
de spatel Gebruik de spatel om verf glad te strijken. commencer à apprendre		szpachelka Użyj szpachelki, żeby wygładzić farbę.
de ladder Gebruik de ladder om de bovenste plank te bereiken. commencer à apprendre		drabina Użyj drabiny, żeby dosięgnąć górnej półki.
de verfborstel Gebruik de verfborstel om de muren te verven. commencer à apprendre		pędzel Użyj pędzla, żeby pomalować ściany.
de schuurmachine Schuur de randen van het hout met de schuurmachine. commencer à apprendre		szlifierka Szlifuj krawędzie drewna szlifierką.
de boor Gebruik de boor om gaten te maken voor de pluggen. commencer à apprendre		wiertło Użyj wiertła, żeby zrobić otwory na kołki.
de spijker Gebruik de hamer om de spijkers in de muur te slaan. commencer à apprendre		gwóźdź Użyj młotka, żeby wbić gwoździe w ścianę.
het schuurpapier Gebruik schuurpapier om het hout glad te maken. commencer à apprendre		papier ścierny Użyj papieru ściernego, żeby wygładzić drewno.
de zaagtafel Gebruik de zaagtafel om lange stukken hout te zagen. commencer à apprendre		stół do cięcia Użyj stołu do cięcia, żeby ciąć długie kawałki drewna.
de boorhamer Gebruik de boorhamer om in beton te boren. commencer à apprendre		młotowiertarka Użyj młotowiertarki, żeby wiercić w betonie.
de rolmaat Meet de breedte van de kamer met de rolmaat. commencer à apprendre		miarka zwijana Zmierz szerokość pokoju miarką zwijaną.
de waterpas Gebruik de waterpas om te controleren of de planken recht hangen. commencer à apprendre		poziomica Użyj poziomicy, żeby sprawdzić, czy deski wiszą prosto.
de bankschroef Gebruik de bankschroef om stukken hout vast te klemmen. commencer à apprendre		imadło Użyj imadła, żeby przytrzymać kawałki drewna.
het gereedschapskist Bewaar al je gereedschap in de gereedschapskist. commencer à apprendre		skrzynka narzędziowa Przechowuj wszystkie narzędzia w skrzynce narzędziowej.
de hond Een hond is vaak een trouwe huisgenoot. commencer à apprendre		pies Pies to często wierny towarzysz domu.
de kat Een kat kan een goed gezelschap zijn voor ouderen. commencer à apprendre		kot Kot może być dobrą towarzyszką dla starszych.
het konijn Ze hebben een konijn in de tuin. commencer à apprendre		królik Oni mają królika w ogrodzie.
de vogel De vogel zingt in de ochtend. commencer à apprendre		ptak Ptaki śpiewają rano.
de koe Boeren houden koeien voor melk en vlees. commencer à apprendre		krowa Rolnicy trzymają krowy na mleko i mięso.
het schaap Het schaap levert wol voor kleding. commencer à apprendre		owca Owca dostarcza wełny na ubrania.
de vis Ze gaan vaak vissen in het meer. commencer à apprendre		ryba Oni często łowią ryby w jeziorze.
de muis Er is een muis in de keuken. commencer à apprendre		mysz Jest mysz w kuchni.
de kip We eten vaak eieren van de kip. commencer à apprendre		kura Często jemy jajka od kury.
het paard Het paard rent snel over het weiland. commencer à apprendre		koń Koń szybko biega po łące.
de slang Ze zagen een slang in het bos. commencer à apprendre		wąż Oni widzieli węża w lesie.
de spin Er is een spin in de hoek van de kamer. commencer à apprendre		pająk Jest pająk w rogu pokoju.
de eend De eenden zwemmen op het meer. commencer à apprendre		kaczka Kaczki pływają po jeziorze.
de duif De duiven komen altijd terug naar hun nest. commencer à apprendre		gołąb Gołębie zawsze wracają do swojego gniazda.
de schildpad De schildpad beweegt langzaam. commencer à apprendre		żółw Żółw porusza się powoli.
de muilezel De muilezel helpt bij het dragen van zware lasten. commencer à apprendre		muł Muł pomaga w noszeniu ciężkich rzeczy.
de walvis De walvis is een van de grootste zoogdieren. commencer à apprendre		wieloryb Wieloryb jest jednym z największych ssaków.
de kraai De kraai is vaak te vinden in de buurt van menselijke bewoning. commencer à apprendre		wrona Wrona często spotykana jest w pobliżu ludzkich osiedli.
de beer Ze hebben een beer in de dierentuin gezien. commencer à apprendre		niedźwiedź Oni widzieli niedźwiedzia w zoo.
de vlinder De vlinders fladderen in de lente. commencer à apprendre		motyl Motyle fruwają wiosną.

Narzędzia 1

Vous devez vous connecter pour poster un commentaire.

plus