dictionnaire Polonais - néerlandais

język polski - Nederlands, Vlaams

podawać néerlandais:

1. vermelden vermelden



Néerlandais mot "podawać"(vermelden) se produit dans des ensembles:

vacature - oferty pracy/ les 10

2. aanreiken aanreiken



3. serveren serveren



4. doorgeven doorgeven


Dan moet u dat zo snel mogelijk aan ons doorgeven.
Gezien ik hem morgen zal zien kan ik hem een boodschap doorgeven, als je dat wilt.

Néerlandais mot "podawać"(doorgeven) se produit dans des ensembles:

500 czasowników po niderlandzku 401 - 450

5. opdienen opdienen



6. aangeven aangeven


Kunt u mij het zout even aangeven?
Dorenda chanteert me; als ik haar mijn geheim vertel, gaat ze me niet aangeven bij de politie.