dictionnaire Polonais - néerlandais

język polski - Nederlands, Vlaams

śmieszny néerlandais:

1. belachelijk belachelijk


Zijn verhaal was te belachelijk om door wie ook te worden geloofd.
Belachelijk!

Néerlandais mot "śmieszny"(belachelijk) se produit dans des ensembles:

niderlandzki 2.1 les 3-4
Hoe ouder, hoe wijzer

2. grappig grappig


Het is niet grappig.
grappig toch?; grapie maken
Zijn hoed zag er heel grappig uit.
Het was een waar genoegen de avond met een slim, grappig en mooi meisje als jou door te brengen.
Alles is grappig, zolang het met iemand anders gebeurt.

Néerlandais mot "śmieszny"(grappig) se produit dans des ensembles:

300 określeń po niderlandzku 201 - 250
14/4 Wat lijken jullie veel op elkaar!