→ 14/4 Wat Lijken Jullie Veel Op Elkaar! → Start Learning / Flashcards Téléchargement MP3

Télécharger mP3 Imprimer jouer consultez

question		réponse
miły On jest zawsze miły dla wszystkich. commencer à apprendre		aardig Hij is altijd aardig tegen iedereen.
broda On zapuszcza brodę. commencer à apprendre		de baard Hij laat zijn baard groeien.
blond Jej włosy są blond. commencer à apprendre		blond Haar haren zijn blond van kleur.
brązowy On ma brązowe oczy. commencer à apprendre		bruin Hij heeft bruine ogen.
uparty Ona jest bardzo uparta. commencer à apprendre		eigenwijs Ze is heel eigenwijs.
kondolencje Kondolencje z powodu śmierci twojego dziadka. commencer à apprendre		gecondoleerd Gecondoleerd met het verlies van je grootvader.
żart Opowiedział śmieszny żart. commencer à apprendre		de grap Hij vertelde een grappige grap.
śmieszny Ten film jest naprawdę śmieszny. commencer à apprendre		grappig Die film is echt grappig.
wspomnienie Zachowaj to zdjęcie jako wspomnienie. commencer à apprendre		de herinnering Bewaar deze foto als herinnering.
rozpoznawać Natychmiast rozpoznaję jej głos. commencer à apprendre		herkennen Ik herken haar stem meteen.
skóra Słoń ma grubą skórę. commencer à apprendre		de huid Een olifant heeft een dikke huid.
charakter On ma silny charakter. commencer à apprendre		het karakter Hij heeft een sterk karakter.
lok Ona ma piękne loki we włosach. commencer à apprendre		de krul Ze heeft mooie krullen in haar haar.
długość Jaka jest długość tego rzeki? commencer à apprendre		de lengte Wat is de lengte van deze rivier?
być podobnym do On jest podobny do swojego ojca. commencer à apprendre		lijken op Hij lijkt op zijn vader.
niecierpliwy Ona szybko traci cierpliwość. commencer à apprendre		ongeduldig Ze wordt snel ongeduldig.
oko Jego oczy są niebieskie. commencer à apprendre		het oog Zijn ogen zijn blauw.
ucho On ma zapalenie ucha. commencer à apprendre		het oor Hij heeft een oorontsteking.
stromy, prosty Droga na szczyt jest stroma. commencer à apprendre		steil De weg naar de top is steil.
spotkać kogoś przypadkiem Mam nadzieję, że przypadkiem się spotkamy. commencer à apprendre		tegenkomen Ik hoop dat ik je toevallig tegenkom.
przypadkowy Przypadkiem zobaczyłem ją. commencer à apprendre		toevallig Het was toevallig dat ik haar zag.
wygląd Wygląd nie jest najważniejszy. commencer à apprendre		het uiterlijk Uiterlijk is niet het belangrijkste.
smutny Była smutna po usłyszeniu wiadomości. commencer à apprendre		verdrietig Ze was verdrietig na het nieuws.
wesoły Ona zawsze jest wesoła i dużo się śmieje. commencer à apprendre		vrolijk Ze is altijd vrolijk en lacht veel.
wstydzić się Nie powinieneś się za nic wstydzić. commencer à apprendre		zich schamen Je moet je nergens voor schamen.
taki Nigdy nie jadłem tak pysznego jedzenia. commencer à apprendre		zulk zulke Ik heb nog nooit zulk lekker eten gehad.

14/4 Wat lijken jullie veel op elkaar!

Vous devez vous connecter pour poster un commentaire.

plus