czasowniki nieregularne part 3

 0    22 fiche    renataadamska1
Télécharger mP3 Imprimer jouer consultez
 
question réponse
call called
commencer à apprendre
roepen riep riepen hebben geroepen
catch caught
commencer à apprendre
vangen ving vingen gevangen
flies flew have (has) flown
commencer à apprendre
vliegen vloog, vlogen hebben (is) gevlogen
walk walked have walked / have walked
commencer à apprendre
lopen liep liepen hebben/zijn gelopen
find found
commencer à apprendre
vinden vond vonden hebben gevonden
jump have jumped
commencer à apprendre
springen sprong sprongen hebben gesprongen
tie; bond;
commencer à apprendre
binden; bond; bonden heeft gebonden
let
commencer à apprendre
laten liet lieten gelaten
choose chose chosen
commencer à apprendre
kiezen koos kozen hebben gekozen
think - thought - thought
commencer à apprendre
denken dacht, dachten hebben gedacht
speak spoke have spoken
commencer à apprendre
spreken sprak spraken hebben gesproken
ask asked
commencer à apprendre
vragen vroeg vroegen gevraagd
sit sat
commencer à apprendre
zitten zat zaten hebben gezeten
die died
commencer à apprendre
sterven stierf stierven zijn gestorven
understand understood
ver
commencer à apprendre
verstaan, verstond, verstonden hebben verstaan
sleep slept
commencer à apprendre
slapen sliep, sliepen geslapen
close closed
commencer à apprendre
sluiten sloot sloten hebben gesloten
shoot shot shut
commencer à apprendre
schieten schoot schoten geschoten
frighten, startled
commencer à apprendre
schrikken schrok, schrokken is geschrokken
melt have melted
commencer à apprendre
smelten smolt smolten hebben gesmolten
cut cutted
commencer à apprendre
snijden sneed, sneden hebben gesneden
turn out, have turned out
commencer à apprendre
blijken bleek bleken hebben gebleken

Vous devez vous connecter pour poster un commentaire.