Czasowniki nieregularne część 7

 0    30 fiche    Monika Cz.
Télécharger mP3 Imprimer jouer consultez
 
question réponse
wygrać
commencer à apprendre
winnen; won; gewonnen
wyrosnąć; wyuścić pędy
commencer à apprendre
spruiten; sproot; gesproten
wysłać
commencer à apprendre
zenden; zond; gezonden
wytapetować; zawiesić
commencer à apprendre
behangen; behangde; behangen
wytrzeć nos; wysiąkać
commencer à apprendre
snuiten; snoot; gesnoten
wyzdrowieć; uzdrowić; wyleczyć
commencer à apprendre
genezen; genas; genezen
wzejść
commencer à apprendre
rijzen; rees; gerezen
wziąć n
commencer à apprendre
nemen; nam; genomen
wznieść się
commencer à apprendre
stijgen; steeg; gestegen
zacząć
commencer à apprendre
beginnen; begon; begonnen*
żałować
commencer à apprendre
spijten; speet; gespeten
żałować; smucić się
commencer à apprendre
verdrieten; verdroot; verdroten
zamknąć
commencer à apprendre
sluiten; sloot; gesloten
zanieść; przynieść
commencer à apprendre
brengen; bracht; gebracht
zapomnieć
commencer à apprendre
vergeten; vergat; vergeten
zazdrościć
commencer à apprendre
benijden; beneed; beneden
zdradzić
commencer à apprendre
verraden; verried; verraden
popychać
commencer à apprendre
dringen; drong; gedrongen
zepsuć; uszkodzić
commencer à apprendre
bederven; bedierf; bedorven
zgadnąć
commencer à apprendre
raden; raadde; geraden
zgiąć; ugiąć; schylić się
commencer à apprendre
buigen; boog; gebogen
zgubić; stracić; przegrać
commencer à apprendre
verliezen; verloor; verloren
złamać
commencer à apprendre
breken; brak; gebroken
złapać
commencer à apprendre
vangen; ving; gevangen
zmiejszyć się
commencer à apprendre
slinken; slonk; geslonken
zmusić
commencer à apprendre
dwingen; dwong; gedwongen
znaleźć
commencer à apprendre
vinden; vond; gevonden
zniknąć
commencer à apprendre
verdwijnen; verdween; verdwenen
zostać; wytrwać
commencer à apprendre
blijven; bleef; gebleven
zostawić; pozwolić
commencer à apprendre
laten; liet; gelaten

Vous devez vous connecter pour poster un commentaire.