imperfect

 0    46 fiche    guest3039835
Télécharger mP3 Imprimer jouer consultez
 
question réponse
aandoen
commencer à apprendre
deed aan
przyjść, przyjechać
commencer à apprendre
aankomen kwam aan
zmywać
commencer à apprendre
afwassen waste af
piec ciasto
commencer à apprendre
bakken bakte bakten
zaczynać
commencer à apprendre
beginnen begon begonnen
rozumien
commencer à apprendre
begrepen begreep
Tapetować
commencer à apprendre
behangen behing behingen
ruszać poruszać
commencer à apprendre
bewegen bewoog bewogen
odwiedzać
commencer à apprendre
bezoeken bezocht bezochten
ugryźć
commencer à apprendre
bijten beet beten
dmuchać
commencer à apprendre
blazen blies bliezen
zostać
commencer à apprendre
blijven bleef bleven
wymioty
commencer à apprendre
braken brak braken
przynieść
commencer à apprendre
brengen bracht gebracht
myśleć
commencer à apprendre
denken dacht/dachten gedacht
zrobić
commencer à apprendre
doen deed, deden gedaan
nosić
commencer à apprendre
dragen- droeg- heeft gedragen
picie
commencer à apprendre
drinken, dronk, gedronken
jeść
commencer à apprendre
eten at, aten gegeten
iść
commencer à apprendre
gaan ging, gingen is gegaan
uzdrowić
commencer à apprendre
genezen genas, genazen genezen
dać
commencer à apprendre
geven gaf, gaven gegeven
dolewać
commencer à apprendre
gieten goot/goten (hebben) gegoten
wieszać
commencer à apprendre
hangen hing hingen gehangen
mieć
commencer à apprendre
hebben had, hadden gehad
pomoc
commencer à apprendre
helpen, hielp, geholpen
kochać lubieć
commencer à apprendre
houden van hield van/hielden van (hebben) gehouden van
wziąć
commencer à apprendre
innemen (nam in, namen in, ingenomen)
wybrać
commencer à apprendre
kiezen koos kozen hebben gekozen
patrzeć
commencer à apprendre
kijken keek/keken gekeken
chodź, chodź, chodź
commencer à apprendre
komen kwam kwamen gekomen
kupić
commencer à apprendre
kopen kocht/kochten gekocht
otrzymać
commencer à apprendre
krijgen kreeg kregen gekregen
móc
commencer à apprendre
kunnen, kon, konden, hebben gekund
pozwolić
commencer à apprendre
laten liet, lieten gelaten
czytać
commencer à apprendre
lezen las lazen gelezen
leżeć
commencer à apprendre
liggen lag lagen hebben gelegen
biegać
commencer à apprendre
lopen liep liepen hebben/zijn gelopen
wziąć - zabrać ze sobą
commencer à apprendre
meenemen - nam mee - namen mee - meegenomen
musieć
commencer à apprendre
moeten moest, moesten gemoeten
móc
commencer à apprendre
mogen mocht/mochten gemogen
sprawdzić
commencer à apprendre
nakijken keek na keken na nagekeken
wziąć
commencer à apprendre
nemen nam namen hebben genomen
zbadać
commencer à apprendre
onderzoeken onderzocht
zjeść śniadanie
commencer à apprendre
ontbijten ontbeet ontbeten
wstać
commencer à apprendre
opstaan stond op/stonden op (zijn) opgestaan

Vous devez vous connecter pour poster un commentaire.