holenderski z Annie

 0    83 fiche    guest3649052
Télécharger mP3 Imprimer jouer consultez
 
question réponse
accepteren, accepteer
Accepteer - hier eindigt de stam met r, die niet in 't kofschip is, dus in voltooid deelwoord krijg de letter 'd'
commencer à apprendre
zaakceptować, zaakceptować
zich badden- baadde/baadden-gebaad
commencer à apprendre
kąpany/kąpany-kąpany
Ik baadde mee Jij baade je Hij /zij/u baade zich Wij baadden ons Jullie baadden je Zij baadden zich
't kofscihip
kunnen- kon/ konden- gekund
commencer à apprendre
może- mógł/mógł- był w stanie
Verleden tijd van het werkwoord ik kon Jij kon Hij/ zij/ u kon Wij/jullie/ zij konden
Ik kan Jij kan / kunt Zij/ hij kan U kunt Wij kunnen Jullie kunnem Zij kunnen
veroorzaken- veroorzaakte/ veroorzaakten- veroorzaakt
commencer à apprendre
przyczyna- spowodowana/spowodowana-spowodowana
vallen- viel/ vielen -is gevallen
commencer à apprendre
upaść- upadł/upadł -upadł
oordopjes
commencer à apprendre
Słuchawki
blokstenen
commencer à apprendre
klocki
verzinnen, bedenken
Ik probeerde om elke dag iets te bedenken/ verzinnen/ doen
commencer à apprendre
wymyślać, wymyślać
verbouwen
commencer à apprendre
przebudować
bouwen/bouw/bouwde/heeft gebouwd
commencer à apprendre
build / build / built / built
Bijna elke dag hebben wij iets met lego gebouwd
Moeten- moest/ moesten- gemoeten
commencer à apprendre
Musiałem- musiałem/musiałem- musiałem
We moesten thuis blijven
I m m u u n s y s t e em
Hij heeft een zwak immuunsysteem.
commencer à apprendre
Układ odpornościowy
Eensgelijks
commencer à apprendre
Również, nawzajem
Heel heel sterkte toegewenst.
commencer à apprendre
Życzę Ci wszystkiego najlepszego.
duur
dure auto
commencer à apprendre
drogi
groot
Grote invloed op de relatie
grote kamer
commencer à apprendre
duży
De kabouters hebben de vlindertjes gestolen
commencer à apprendre
Krasnale ukradły motyle
ze juz sie nie jest zakochanym
Vlindertjes in je buik hebben
commencer à apprendre
Mieć motyle w brzuchu
jagger
commencer à apprendre
hunter, myśliwy
gebeuren/gebeurt/gebeurde/is gebeurd
Er kunnen veel dingen gebeuren
commencer à apprendre
zdarzają się / zdarzają się / zdarzały się
Steunen
commencer à apprendre
Wspiera
samen de tijd doorbrengen
commencer à apprendre
spędzać razem czas
bruidspaar
commencer à apprendre
para ślubna
hasten
Ik will me niet hasten
commencer à apprendre
pośpiech
Ik moet dit op mijn gemak doen/ doornemen
commencer à apprendre
Muszę poświęcić na to trochę czasu/przejść przez to
Overdrijven
commencer à apprendre
Wyolbrzymiać
Uitzien/ zag uit, zaggen uit/ uitgezien
Ik wist, dat het er vreemd uitzag
commencer à apprendre
Wyjrzeć/wyjrzeć, zobaczyć/wyjrzeć
wyglądac
Zij heeft stijl haar (proste włosy)
commencer à apprendre
Ona ma proste włosy (proste włosy)
huur
De huur van de wonning czynsz
Ik moet elke maand mijn huur betalen
commencer à apprendre
wynajem
De geur van het hout is goed.
commencer à apprendre
Zapach drewna jest przyjemny.
Mensen groeien uit elkaar
apart van elkaar
Mensen gaan een eigen leven leiden
commencer à apprendre
Ludzie się od siebie oddalają
Zij voelt zich soms alleen / eenzaam, omdat zij geen kennisen of familie leden daar heeft
commencer à apprendre
Czasami czuje się samotna/osamotniona, ponieważ nie ma tam znajomych ani członków rodziny
De Noorse taal
commencer à apprendre
Język norweski
De dagelijkse dingen.
commencer à apprendre
Rzeczy codzienne.
Kennis
commencer à apprendre
Wiedza, umiejętności, znajomi
Toeristen gids
commencer à apprendre
Przewodnik turystyczny
lijden
commencer à apprendre
cierpieć
leiden, besturen
Ik dacht altijd, dat mijn werk zin moet hebben
doel moet hebben, ergens naartoe moet leiden
commencer à apprendre
prowadzić, prowadzić
Aanraden
Ik raad mijn buurvrouw aan om naar drze internista te gaan.
commencer à apprendre
Polecić
Mond op mond reklame
Mond op mond ademhaling
commencer à apprendre
Reklama szeptana
grondig opruimen
Ik kan niet zo grondig schoonmaken.
commencer à apprendre
dokładnie posprzątaj
Iemand verwijst jou door
commencer à apprendre
Ktoś Cię poleca
merken
Wat ik merk (zuważać)
commencer à apprendre
zaznaczać
Koken neemt veel tijd in beslag
commencer à apprendre
Gotowanie zajmuje dużo czasu
Gemakkleijk- gemakkleijker- het gemakkelijst
commencer à apprendre
Łatwo-łatwiej-łatwiejsza lista
Bakje een beetje in olie
commencer à apprendre
Smażyć na odrobinie oleju
Lezen - las /lazen - gelezen
commencer à apprendre
Czytać - czytać /czytać - czytać
Nóg een rustige dag toegewenst.
commencer à apprendre
Życzę kolejnego spokojnego dnia.
Thuis houden - trzemać w domu.
Het is inderdaad beter om hem een paar dagen thuis te houden.
commencer à apprendre
Trzymać w domu - trzyć w domu.
Correctie: "Vrijdag waren wij door de opvang gebeld om hem iets eerder / even beetje eerder op the halen".
commencer à apprendre
Poprawka: „W piątek zostaliśmy wezwani przez żłobek, żeby odebrać go trochę wcześniej/trochę wcześniej”.
ik hoop dat het niet serieus is.
commencer à apprendre
Mam nadzieję, że to nic poważnego.
tekenfilm, animatiefilm
Dank je wel. Helaas is het met al die ziektes niet leuk. We waren een week gezond en nu weer ziek. Het is moeilijk om iets gedaan te krijgen zonder tekenfilms aan te zetten.
commencer à apprendre
rysunek, film animowany
voorgaand
Prima, doen we... ik zit in de bus ok heb den voorgaande bus niet gehaald.
commencer à apprendre
poprzedni
verzetten
Hoi, is het oké als we het verzetten? Mijn zoontje is ziek en is thuis gebleven. Hij kijkt nu al naar zijn tweede tekenfilm. Misschien kunnen we een afspraak maken op donderdag? Ik hoop dat hij dan alweer beter is.
commencer à apprendre
opierać się, przelożyć
meerderheid
commencer à apprendre
większość
bloeden
commencer à apprendre
krwawić
mijn excuses voor
commencer à apprendre
Przepraszam za
beetje
Correctie: Het heeft even beetje gesneeuwd
commencer à apprendre
trochę
behulpzaam / hulpvaardig
Soms is het behulpzaam
commencer à apprendre
pomocny/pomocny
wazig zicht
Het beeld was wazig obraz byl rozmazany
commencer à apprendre
rozmazany widok
gewoontes
Deze mensen zijn van de oude stempel -Deze mensen zijn nog van der oude gewoontes / generaties
commencer à apprendre
zwyczaje
Het gevoel - dit gevoel/ dat gevoel
Ik heb 5 jaren niet gewerkt, dus ik had dat gevoel, dat ik achter ben geraakt
commencer à apprendre
Uczucie - to uczucie/tamto uczucie
presenteren
Ik kon mezelf niet goed presenteren.
commencer à apprendre
prezentować
afstandelijk
Ik was een beetje afstandelijk
commencer à apprendre
z dala, zdystansowany
Zoeken - zocht/zochten -gezocht
commencer à apprendre
Szukaj - wyszukiwane/wyszukiwane -wyszukiwane
E s t h e t i s c h
Dat alles esthetisch eruit ziet
commencer à apprendre
Estetyczny
amper
commencer à apprendre
ledwo, pawie wcale
redelijk
rzako,
commencer à apprendre
rozsądny
mest
Wij gebruiken deze bladeren niet als mest, omdat wij niet weten hoe jij dat doet
commencer à apprendre
nawóz, kompost
Hij neemt die ergens naar toe.
commencer à apprendre
Zabiera je gdzieś.
Hij neemt die ergens naar toe.
commencer à apprendre
Zabiera je gdzieś.
verzorgen
Voor mij is het moeilijk om thuis planten te verzorgen.
commencer à apprendre
opiekować się
Gaan - ging/gingen - gegaan
commencer à apprendre
Iść - poszedł/poszedł - odszedł
Takjes knippen
commencer à apprendre
Cięcie gałązek, podcinanie
beleefd
commencer à apprendre
uprzejmy
lui
commencer à apprendre
leniwy
gierig
commencer à apprendre
skąpy
Kruiwagen
commencer à apprendre
Taczka
onbeleefd
commencer à apprendre
niegrzeczny
stil
commencer à apprendre
cichy, cicho
Gedesorienteerd
commencer à apprendre
Zdezorientowany
Gelegenheid - okazja
commencer à apprendre
Okazja - okazja
Lenen - leende /leenden - geleend
commencer à apprendre
Pożyczyć - pożyczony / pożyczony - pożyczony

Vous devez vous connecter pour poster un commentaire.