dictionnaire Polonais - néerlandais

język polski - Nederlands, Vlaams

zamrażać néerlandais:

1. vriezen


Volgende week gaat het misschien vriezen.
Het kan vriezen en het kan dooien.

Néerlandais mot "zamrażać"(vriezen) se produit dans des ensembles:

Słówka różne 21

2. vastvriezen