dictionnaire Polonais - néerlandais

język polski - Nederlands, Vlaams

sznur néerlandais:

1. koord koord


De kapitalisten verkopen ons het koord waaraan wij hen zullen ophangen.

Néerlandais mot "sznur"(koord) se produit dans des ensembles:

narzędzia Przemek

2. draad draad


Tom maakte de draad vast aan de vlieger.

3. het snoer