dictionnaire Polonais - néerlandais

język polski - Nederlands, Vlaams

otworzyć drzwi néerlandais:

1. opendoen opendoen


Kan iemand de deur opendoen alsjeblieft?
Moet ik alles opendoen?

Néerlandais mot "otworzyć drzwi"(opendoen) se produit dans des ensembles:

Hoofdstuk 10 het lichaam

2. open de deur open de deur