dictionnaire Polonais - néerlandais

język polski - Nederlands, Vlaams

noga néerlandais:

1. het been het been



Néerlandais mot "noga"(het been) se produit dans des ensembles:

Lichaamsdelen - części ciała
10/2 Wat is er gebeurd?
części ciała

2. been been


Als twee honden vechten om een been, loopt de derde er mee heen.
Een krokodil heeft zijn been afgebeten.
Hij heeft een ongeluk gehad en zijn been gebroken.
Ik was gewond aan mijn been, ik kon niet meer lopen.
Zijn gewonde been begon opnieuw te bloeden.

Néerlandais mot "noga"(been) se produit dans des ensembles:

lekarz i zdrowie
het lichaam 2
holenderskie słówka