dictionnaire Polonais - néerlandais

język polski - Nederlands, Vlaams

koza néerlandais:

1. Geit Geit


Ze hebben een geit geslacht als offer voor God.

Néerlandais mot "koza"(Geit) se produit dans des ensembles:

Niderlandzki moduly

2. de geit de geit


Vooruit met de geit!

3. bok bok


Als de baard het teken van wijsheid was, zou de bok de wijste zijn.
Een oude bok lust ook nog wel een groen blaadje.

Néerlandais mot "koza"(bok) se produit dans des ensembles:

frazeologia i paremiologia

4. geitenvlees geitenvlees