dictionnaire Polonais - néerlandais

język polski - Nederlands, Vlaams

gospodarstwo domowe néerlandais:

1. het huishouden het huishouden


Hij doet het huishouden

Néerlandais mot "gospodarstwo domowe"(het huishouden) se produit dans des ensembles:

1000 rzeczowników po niderlandzku 801 - 850

2. huishouden huishouden


Het is bij hen een huishouden van Jan Steen.
Het moet enorm moeilijk voor haar zijn het huishouden alleen te runnen na de scheiding.