1. sloegen
Pompeius en zijn soldaten sloegen op de vlucht.
2. verslaan
Als het op snurken aankomt kan niemand meneer Snurk verslaan.
Laten we Japan verslaan!
Néerlandais mot "bić"(verslaan) se produit dans des ensembles:
Podstawowe zwroty - niderlandzki