1. vrachtwagen
Een vrachtwagen heeft de hond aangereden.
Woensdag was er op bijna dezelfde plaats nog een zwaar ongeval waarbij een vrachtwagenchauffeur om het leven kwam.
Er stond een vrachtwagen midden op straat.
De vrachtwagen botste tegen een auto.
De auto botste met de vrachtwagen.
De vrachtwagen draaide scherp af naar rechts.
Pas op! Daar een vrachtwagen.
Een vrachtwagen reed met volle snelheid op de baan.
2. de vrachtauto
Néerlandais mot "truck"(de vrachtauto) se produit dans des ensembles:
De populairste Engelse woorden 951 - 10003. vrachtauto