1. riskeren
2. wagen
Hij heeft een buitenlandse wagen.
Men moet het paard niet achter de wagen spannen.
Enkel diegenen die het wagen om te ver te gaan, zullen weten tot hoever ze mogen gaan.
Ik hoop dat mijn wagen niet in panne valt en dat ik je op tijd bereik.
Deze wagen is te duur voor mij om te kopen.
Ik wil en wagen huren.
3. wagen zich