dictionnaire Anglais - néerlandais

English - Nederlands, Vlaams

tissue néerlandais:

1. weefsel



Néerlandais mot "tissue"(weefsel) se produit dans des ensembles:

5. Health (2)

2. het weefsel



Néerlandais mot "tissue"(het weefsel) se produit dans des ensembles:

DENTIST TERMINOLOGY / TERMINOLOGIE TANDARTS

3. zakdoek


Ze verliest altijd opnieuw haar zakdoek.
Hoeveel kost deze zakdoek?
Een zakdoek is bedoeld om je neus in te snuiten, maar je kunt hem ook gebruiken om je tranen mee af te vegen, of je kunt er een knoop in leggen wanneer je iets niet moet vergeten.
Ge hebt uw zakdoek laten vallen.
Ik denk dat ik ga niezen... geef mij een zakdoek.
Ze vouwde haar zakdoek zorgvuldig.