dictionnaire Anglais - néerlandais

English - Nederlands, Vlaams

collar néerlandais:

1. kraag kraag


Hij greep me bij mijn kraag.

Néerlandais mot "collar"(kraag) se produit dans des ensembles:

Hoofdstuk 3&4 Nederlands-Engels

2. boord boord


Als het schip lek is, gaan de ratten van boord.
Zijn alle passagiers al aan boord?
Hij is aan boord van het schip.
Is er een arts aan boord?