1. bijten
bijten, beet, gebeten. De hond beet het kind in het been. De pitbull heeft het kind dood gebeten.
Blaffende honden bijten niet.
Néerlandais mot "bite"(bijten) se produit dans des ensembles:
de frequentste onregelmatige werkwoorden2. beet
3. bijt
Bijt uw hond?
Een wolf bijt geen wolf.