→ Deel13 Woorden Van Nederlands → Start Learning / Flashcards Téléchargement MP3

question		réponse
De ervaring: ik heb veel ervaring met werken in een winkel commencer à apprendre		الخبرة: لدي خبرة واسعة في العمل في متجر
De flat: ik woon in een flat in de stad commencer à apprendre		الشقة: أعيش في شقة في المدينة
De hulp: ik heb hulp nodig bij mijn huiswerk commencer à apprendre		المساعدة: أحتاج إلى مساعدة في واجباتي المدرسية
klussen: hij houd van klussen in huis commencer à apprendre		أعمال متفرقة: إنه يحب القيام بأعمال متفرقة في المنزل
Kwijt: ik ben mijn sleutels kwijt commencer à apprendre		ضائع: لقد فقدت مفاتيحي
Laag: de temperatuur is laag vandaag commencer à apprendre		درجة الحرارة منخفضة اليوم
langskomen: mijn buurman komt morgen langs commencer à apprendre		قادم: سيأتي جاري غداً
Het meisje: het meisje speelt in de tuin commencer à apprendre		الفتاة: الفتاة تلعب في الحديقة
mooi: Het schilderij is mooi commencer à apprendre		جميلة: اللوحة جميلة
ongeveer: de reis duurt ongeveer twee uur commencer à apprendre		تقريبًا: تستغرق الرحلة حوالي ساعتين
Ophalen: ik haal mijn pakket bij het postkantoor op commencer à apprendre		الاستلام: سأستلم طردي من مكتب البريد
De oppas: de oppas past op de kinderen commencer à apprendre		جليسة الأطفال: جليسة الأطفال تعتني بالأطفال
De prijs: de prijs van het boek is tien euro commencer à apprendre		السعر: سعر الكتاب عشرة يورو
schoonmaken: ik moet mijn kamer schoonmaken commencer à apprendre		التنظيف: عليّ تنظيف غرفتي
De sleutel: ik ben mijn sleutel kwijt commencer à apprendre		المفتاح: لقد فقدت مفتاحي
De spullen: mijn spullen liggen overal commencer à apprendre		أغراضي: أغراضي في كل مكان
De stoel: ik zit op een stoel commencer à apprendre		الكرسي: أنا جالس على كرسي
De student: de student leert Nederlands commencer à apprendre		الطالب: يتعلم اللغة الهولندية
Tweedehands: ik koop een tweedehands fiets commencer à apprendre		مستعمل: سأشتري دراجة هوائية مستعملة
Verhuizen: we verhuizen volgende maand commencer à apprendre		الانتقال: سننتقل الشهر المقبل
verkopen: ik verkoop mijn oude boeken commencer à apprendre		أبيع: أبيع كتبي القديمة
Zoeken: ik zoek mijn tas commencer à apprendre		بحث: أبحث عن حقيبتي
Het appartement: ik huur een appartement in de stad commencer à apprendre		الشقة: أستأجر شقة في المدينة
De badkamer: de badkamer is schoon commencer à apprendre		الحمام: الحمام نظيف
Het balkon: ik zit op het balkon commencer à apprendre		الشرفة: أنا جالس على الشرفة
betalen: ik betaal de rekening in de winkel commencer à apprendre		أدفع: أدفع الفاتورة في المتجر
Het centrum: het winkelcentrum is dichtbij commencer à apprendre		المركز: يقع مركز التسوق على مقربة
Delen: we delen de kamer met mijn vriend commencer à apprendre		مشاركة: نتشارك الغرفة مع صديقي
Eigen: ik heb mijn eigen kamer commencer à apprendre		أملك: لدي غرفة خاصة بي
De familie: mijn famielie komt op bezoek commencer à apprendre		العائلة: عائلتي قادمة لزيارتي
gebruiken: ik gebruik mijn laptop elke dag commencer à apprendre		الاستخدام: أستخدم جهاز الكمبيوتر المحمول الخاص بي كل يوم
Het gezin: mijn gezijn bestaat uit vier personen commencer à apprendre		العائلة: تتكون عائلتي من أربعة أشخاص
Hoog: het gebouw is erg hoog commencer à apprendre		طويل: المبنى طويل جدًا
De huisgenoot: mijn huisgenoot kokt elke avond commencer à apprendre		زميل السكن: زميلي في السكن يطبخ كل ليلة
De huur: de huur van het appartement is 500 euro commencer à apprendre		الإيجار: إيجار الشقة 500 يورو
De informatie; ik heb informatie nodig over de cursus commencer à apprendre		المعلومات؛ أحتاج إلى معلومات حول الدورة
De kamer: mijn kamer is groot en licht commencer à apprendre		الغرفة: غرفتي كبيرة ومشرقة

Deel13 Woorden van Nederlands

Vous devez vous connecter pour poster un commentaire.

plus