→ Deel 4 Nederlands Woorden → Start Learning / Flashcards Téléchargement MP3

question		réponse
bang: het kind is bang voor de hond commencer à apprendre		خائف: الطفل خائف من الكلب
blaffen: de hond blaft hard commencer à apprendre		النباح: ينبح الكلب بصوت عالٍ
De buurman: onze buurman is aardig commencer à apprendre		الجار: جارنا لطيف
Het gedrag: het gedrag van de kinderen is goed commencer à apprendre		السلوك: سلوك الأطفال جيد
Het geluid: het geluid is erg luid commencer à apprendre		الصوت: الصوت عالٍ جداً
De hond: mijn hond heet Max commencer à apprendre		الكلب: اسم كلبي ماكس
Het huisdier: ik heb een huisdier commencer à apprendre		الحيوان الأليف: لدي حيوان أليف
ineens: ineens begon het te regenen commencer à apprendre		فجأة: فجأة بدأ المطر بالهطول
Klagen: hij klaagt altijd over het eten commencer à apprendre		الشكوى: هو دائماً ما يشتكي من الطعام
laten: laat de hond niet allen commencer à apprendre		دع: لا تترك الكلب بمفرده
De oplossing: er is een goede oplossing gevonden commencer à apprendre		الحل: تم التوصل إلى حل جيد
De overlast: er is veel overlast van de buren commencer à apprendre		الإزعاج: هناك الكثير من الإزعاج من الجيران
overleggen: we overleggen over de planning commencer à apprendre		التشاور: نتشاور بشأن التخطيط
De schuld: het is zijn schuld commencer à apprendre		الخطأ: إنه خطأه
De situatie: de situatie is ernstig commencer à apprendre		الوضع: الوضع خطير
stinken: de vuilnisbak stinkt commencer à apprendre		رائحة كريهة: سلة المهملات تفوح منها رائحة كريهة
De trap: hij loopt de trap op commencer à apprendre		الدرج: يصعد الدرج
uitlaten: ik laat de hond uit commencer à apprendre		المشي: أنا أمشي مع الكلب
veroorzaken: Het ongeluk werd veroorzakt door slecht weer commencer à apprendre		السبب: وقع الحادث بسبب سوء الأحوال الجوية
De vuilniszak: de vuilniszak moet buiten gezet worden commencer à apprendre		كيس القمامة: يجب وضع كيس القمامة في الخارج
waarschijnlijk: hij is waarschijnlijk te laat commencer à apprendre		ربما: من المحتمل أنه متأخر
wennen: de kat went aan zijn nieuwe huis commencer à apprendre		التعود على: القطة تتعود على منزلها الجديد
De woningbouwvereniging; de woningbouwvereniging helpt bij het huren van een huis commencer à apprendre		جمعية الإسكان؛ تساعد جمعية الإسكان في استئجار منزل
De bioscoop: we gaan vandaag naar de bioscoop commencer à apprendre		السينما: سنذهب إلى السينما اليوم
De boom: er staat een grote boom in de tuin commencer à apprendre		الشجرة: توجد شجرة كبيرة في الحديقة
Het buitenland: ik ga volgend jaar naar het buitenland commencer à apprendre		في الخارج: سأسافر إلى الخارج العام المقبل
Het café: we driken koffie in een café commencer à apprendre		المقهى: نشرب القهوة في المقهى
Elk: elk kind krijgt een cadeau commencer à apprendre		كل طفل: يحصل كل طفل على هدية
De gang: de gang is lang en smal commencer à apprendre		الممر: الممر طويل وضيّق

Deel 4 Nederlands woorden

Vous devez vous connecter pour poster un commentaire.

plus