→ Deel 3 Woorden Nederlands → Start Learning / Flashcards Téléchargement MP3

question		réponse
Kapotgaan: Mijn glas is kapotgaan commencer à apprendre		كأسي انكسرت
De kassabon: Bewaar de kassabon goed commencer à apprendre		الإيصال: احتفظ بالإيصال في مكان آمن
De klantenservice: De klantenservice helpt je graag commencer à apprendre		خدمة العملاء: يسعد فريق خدمة العملاء بمساعدتك
namelijk: ik kan niet komen, namelijk ik ben ziek commencer à apprendre		أي: لا أستطيع الحضور، لأنني مريض
origineel: dit product is origineel commencer à apprendre		أصلي: هذا المنتج أصلي
De pinpas: ik betaal met mijn pinpas commencer à apprendre		بطاقة الخصم: أدفع ببطاقة الخصم الخاصة بي
Het product: dit product is van hoge kwaliteit commencer à apprendre		المنتج: هذا المنتج ذو جودة عالية
De reparatie: de reparatie van mijn fiets duurde lang commencer à apprendre		الإصلاح: استغرق إصلاح دراجتي وقتًا طويلاً
Ruilen: ik wil dit shirt ruilen commencer à apprendre		الاستبدال: أريد استبدال هذا القميص
De tegoedbon: ik heb een tegoedbon gekregen commencer à apprendre		القسيمة: لقد استلمت قسيمة
Telefonisch: ik maak een afspraak telefonisch commencer à apprendre		عبر الهاتف: أقوم بحجز موعد عبر الهاتف
terugkrijgen: je krijgt je geld terug commencer à apprendre		استرداد أموالك: تسترد أموالك
Terugstorten: het bedrijf stort het geld terug commencer à apprendre		الاسترداد: ستقوم الشركة برد الأموال
terugsturen: ik stuur het pakket terug commencer à apprendre		الإرجاع: أقوم بإرجاع الطرد
De tijd: Hoe laat is het tijd voor de les? commencer à apprendre		الوقت: متى موعد الحصة؟
De voorwaarde: een voorwaarde is dat je moet betalen commencer à apprendre		الشرط: أحد الشروط هو أن تدفع
aantrekken: hij trekt zijn jas aan commencer à apprendre		يرتدي: يرتدي معطفه
Bedoelen: wat bedoel je? commencer à apprendre		يعني: ماذا تقصد؟
benieuwd: ik ben benieuwd naar het nieuws commencer à apprendre		فضولي: أنا فضولي بشأن الأخبار
De blouse: zij draagt een mooie blouse commencer à apprendre		البلوزة: إنها ترتدي بلوزة جميلة
De broek: ik koop een nieuwe broek commencer à apprendre		البنطال: سأشتري بنطالاً جديداً
De bruiloft: we gaan naar een bruiloft commencer à apprendre		حفل الزفاف: سنذهب إلى حفل زفاف
Dragen: zij draagt een jas commencer à apprendre		ترتدي: إنها ترتدي معطفًا
Geel: ik heb een geel T-shirt commencer à apprendre		الأصفر: لديّ قميص أصفر
De jurk: zij draagt een mooie jurk commencer à apprendre		الفستان: إنها ترتدي فستاناً جميلاً
De kaart: ik stuur een kaart naar mijn vriend commencer à apprendre		البطاقة: أرسلتُ بطاقة إلى صديقي
lelijk: dat is een lelijk schilderij commencer à apprendre		قبيح: هذه لوحة قبيحة
lievelings: dit is mijn lievelings kleur commencer à apprendre		اللون المفضل: هذا هو لوني المفضل
De mening: wat is jouw mening? commencer à apprendre		الرأي: ما هو رأيك؟
nadenken: ik moet even nadenken commencer à apprendre		أفكر: أحتاج إلى التفكير للحظة
niets: ik heb niets te doen commencer à apprendre		لا شيء: ليس لدي ما أفعله
Het overhemd: hij draagt een wit overhemd commencer à apprendre		القميص: إنه يرتدي قميصًا أبيض
Het pak: hij koopt een nieuw pak commencer à apprendre		البدلة: يشتري بدلة جديدة
prachtig: Het uitzicht is prachtig commencer à apprendre		جميل: المنظر جميل
Rood: ik draag een rode trui commencer à apprendre		أحمر: أنا أرتدي سترة حمراء
Roze: zij heeft een roze jurk commencer à apprendre		اللون الوردي: لديها فستان وردي
De schoen: ik koop nieuwe schoenen commencer à apprendre		الحذاء: أشتري أحذية جديدة
De spijkerbroek: hij draagt een blauwe spijkerbroek commencer à apprendre		الجينز: إنه يرتدي بنطال جينز أزرق
trouwen: Zij gaan volgend jaar trouwen commencer à apprendre		الزواج: سيتزوجان العام المقبل

Deel 3 woorden Nederlands

Vous devez vous connecter pour poster un commentaire.

plus