De tijd - Time

 0    26 fiche    Engnl1
Télécharger mP3 Imprimer jouer consultez
 
question réponse
de dag
Het wordt een zeer warme dag.
commencer à apprendre
day
It's going to be a very warm day.
de nacht
Ik kon niet de hele nacht slapen.
commencer à apprendre
night
I couldn't sleep the whole night.
de week
Ik werk veel doordeweeks.
commencer à apprendre
week
I work a lot during the week.
de maand
Ik was in Rome één maand geleden.
commencer à apprendre
month
I was in Rome a month ago.
het jaar
Gelukkig Nieuwjaar!
commencer à apprendre
year
Happy New Year!
weer
We moeten elkaar weer ontmoeten.
commencer à apprendre
again
We must meet again.
eens
Ik was eens in Londen.
commencer à apprendre
once
I've been to London once.
nu
Ik ben nu bezig.
commencer à apprendre
now
I'm busy now.
later
Ik zal het later doen.
commencer à apprendre
later
I will do it later.
eerder
We zouden eerder opstaan.
commencer à apprendre
earlier
We should get up earlier.
voor
Ik ren altijd voor het ontbijt.
commencer à apprendre
before
I always run before breakfast.
na
Zullen we wandelen gaan na de lunch?
commencer à apprendre
after
Shall we go for a walk after dinner?
vanaf
Ik werk vanaf 8 uur 's morgens.
commencer à apprendre
from
I work from 8 a.m.
tot
De winkel is open tot 8 uur 's avonds.
commencer à apprendre
to
The shop is open to 8 p.m.
vandaag
Wat zijn je plannen voor vandaag?
commencer à apprendre
today
What are your plans for today?
morgen
Wat gaan we morgen doen?
commencer à apprendre
tomorrow
What are we going to do tomorrow?
gisteren
Wat deed je gisteren?
commencer à apprendre
yesterday
What did you do yesterday?
op tijd
Vergeet niet op tijd te komen.
commencer à apprendre
on time
Remember to come on time.
s morgens
Drink je koffie 's morgens?
commencer à apprendre
in the morning
Do you drink coffee in the morning?
s avonds
We kijken tv 's avonds.
commencer à apprendre
in the evening
We watch TV in the evening.
om zes uur
De film begint om zes uur.
commencer à apprendre
at 6 p.m.
The film starts at 6 p.m.
half zeven
Ik bel je om half zeven.
commencer à apprendre
half past 6
I'll call you at half past 6.
kwart over zeven
Het is kwart over zeven.
commencer à apprendre
a quarter past seven
It's a quarter past seven.
kwart voor acht
Ik ben klaar met werken om kwart voor acht.
commencer à apprendre
a quarter to eight
I finish work at a quarter to eight.
twintig over negen
Het feestje begint om twintig over negen.
commencer à apprendre
twenty past nine
The party starts at twenty past nine.
twintig voor elf
Het is al twintig voor elf.
commencer à apprendre
twenty to eleven
It's already twenty to eleven.

Vous devez vous connecter pour poster un commentaire.