→ Czasowniki Nieregularne → Start Learning / Flashcards Téléchargement MP3

question		réponse
być commencer à apprendre		zijn- was- is geweest
mieć commencer à apprendre		hebben- had- heeft gehad
znajdywać commencer à apprendre		vinden- vond- heeft gevonden
przychodzić commencer à apprendre		komen- kwam- ben gekomen
isc commencer à apprendre		gaan- ging- is gegaan
trwać commencer à apprendre		duren- duurde- heeft geduurd
potrafić commencer à apprendre		kunnen- kon- heeft gekund
robić commencer à apprendre		doen- deed- heeft gedaan
mówić commencer à apprendre		zeggen- zei- heeft gezegd
musieć commencer à apprendre		moeten- moest- heeft gemoeten
stać się commencer à apprendre		worden- werd- is geworden
widzieć commencer à apprendre		zien- zag- heeft gezien

Czasowniki nieregularne