→ Czasowniki 44-55 → Start Learning / Flashcards Téléchargement MP3

question		réponse
wybierać commencer à apprendre		kiezen, koos, kozen, hebben gekozen
patrzeć commencer à apprendre		kijken, keek, keken, hebben gekeken
wspinać się commencer à apprendre		klimmen, klom, klommen, zijn/hebben geklommen
brzmieć commencer à apprendre		klinken, klonk, klonken, hebben geklonken
ściskać commencer à apprendre		knijpen, kneep, knepen, hebben geknepen
przychodzić commencer à apprendre		komen, kwam, kwamen, zijn gekomen
kupować commencer à apprendre		kopen, kocht, kochten, hebben gekocht
dostać commencer à apprendre		krijgen, kreeg, kregen, hebben gekregen
skurczyć się, zmniejszyć się commencer à apprendre		krimp, kromp, krompen, zijn hebben gekrompen
czołgać sie, płaszczyć commencer à apprendre		kruipen, kroop, kropen, zijn hebben gekropen
móć, umieć, potrafić commencer à apprendre		kunnen, kon, konden, hebben gekund

czasowniki 44-55