→ 6.3 Gesprek Met De Studieadviseur → Start Learning / Flashcards Téléchargement MP3

question		réponse
Chciałbym umówić się na spotkanie z... commencer à apprendre		Ik wil graag een afspraak maken met...
Czy mogę umówić się na...? commencer à apprendre		Kan ik voor ... een afspraak maken?
Tak, wtedy mogę. commencer à apprendre		Ja, dan kan ik.
Nie, niestety nie mogę. commencer à apprendre		Nee, dan kan ik helaas niet.
Nie mogę (nie)... commencer à apprendre		Ik kan (niet) op...
Nie mogę (nie mogę)... commencer à apprendre		Ik kan (niet) om...
Czy da się to zrobić...? / Czy to możliwe...? commencer à apprendre		Kan het op...? / Kan het om...?
Czy można to zrobić wcześniej/później? commencer à apprendre		Kan het ook eerder / later?
Dziękuję. Więc wizytę mam w środę o 12:00. Czy to prawda? commencer à apprendre		Dankuwel. Dus mijn afspraak is op woensdag om 12 uur. Klopt dat?
każdego razu commencer à apprendre		telkens
charakterystyka commencer à apprendre		kenmerken
ukończyć studia/szkołę commencer à apprendre		afstuderen Eva is bijna klaar met haar opleiding: ze studeert in juli af.
instalacja commencer à apprendre		de installatie Dit is de cv-ketel. Deze installatie maakt het water warm voor de douche en voor de verwarming.
charakterystyka commencer à apprendre		het kenmerk Deze soort vogel heeft twee duidelijke kenmerken: hij is heel klein en helemaal blauw.
mentor commencer à apprendre		de mentor Als je op school problemen hebt, kun je met je mentor praten.
montować, składać commencer à apprendre		monteren Aron koopt onderdelen voor een fiets en monteert zelf de fiets in zijn tuin.
projektować commencer à apprendre		ontwerpen Lisa ontwerpt kleiding. Ze heeft heel veel mooie ideeën.
wypróbować commencer à apprendre		uitproberen Yusuf probeert een paar auto’s uit, voordat hij een nieuwe auto koopt.
przedmiot szkolny commencer à apprendre		het vak Mijn vak is eigenlijk metselen, maar ik werk al tien jaar als groenmedewerker.
kontynuacja commencer à apprendre		het vervolg De regisseur maakt een vervolg op zijn eerste film, omdat hij veel positieve reacties kreeg.
preferencja commencer à apprendre		de voorkeur Wil je pizza of patat? Ik heb een voorkeur voor pizza.
Informacja commencer à apprendre		de voorlichting Bij de voorlichting krijgt Aster informatie over haar nieuwe studie.
Szansa pracy commencer à apprendre		de werkgelegenheid Er is veel werkgelegenheid voor leraren op middelbare scholen, dus je vindt snel een baan.
tylko commencer à apprendre		alleen maar Ik heb alleen maar een flesje water bij mij. Verder heb ik geen eten of drinken meegenomen.
szczegół / szczegół commencer à apprendre		het detail / deetai De kunstenaar besteedt veel aandacht aan de details in haar schilderijen. Zelfs de kleinste dingen heeft ze prachtig geschilderd.
w ciągu tygodnia commencer à apprendre		doordeweeks Doordeweeks zit ik op kantoor, maar in het weekend ga ik altijd op reis.
częściowo commencer à apprendre		gedeeltelijk Jing heeft het formulier gedeeltelijk ingevuld. Ze heeft nog niks ingevuld bij adres en telefoonnummer.
mam nadzieję commencer à apprendre		hopelijk Ik ga de hele dag wandelen, dus hopelijk gaat het niet regenen.
ogólnie commencer à apprendre		in het algemeen Eva is in het algemeen een gezonde vrouw. Maar ze wordt wel snel verkouden.
przyjście/ przyszły commencer à apprendre		komend Carlos gaat niet deze week maar komende week op vakantie.
rozbierać na części commencer à apprendre		uit elkaar halen Marisol gaat verhuizen. Ze haalt de kast uit elkaar en pakt alle onderdelen apart in.
Co powoduje Twoje wątpliwości? commencer à apprendre		Wat zorgt voor je twijfels?
nadchodzący commencer à apprendre		aanstaande
radzić sobie z commencer à apprendre		zich bezighouden met In mijn werk houd ik me bezig met bewoners douche en eten geven.

6.3 Gesprek met de studieadviseur

Vous devez vous connecter pour poster un commentaire.

plus