5

Mam nadzieję, że wkrótce wyzdrowiejesz.

Ik hoop dat je binnenkort gezond wordt.

Musimy jak najszybciej operować pacjenta.

We moeten de patiënt opereren zo spoedig mogelijk.

Padaczkę leczy się za pomocą leków.

Epilepsie wordt met medicijnen behandeld.

Cukrzyca to poważna choroba.

De diabetes is een ernstige ziekte.

Trzech różnych lekarzy zbadało chłopca.

Drie verschillende dokters hebben de jongen onderzocht.

Możesz doradzić mi co robić?

Kun je me even adviseren wat te doen?

Ludzki organizm składa się z komórek.

Het menselijk lichaam bestaat uit cellen.

Musimy omówić każdą możliwość.

Wij moeten elke mogelijkheid bespreken.

Sprawdź, czy masz paszport.

Controleer of je je paspoort hebt.

Dlaczego wszyscy mnie unikają?

Waarom vermijdt iedereen me?

To był ciężki dzień, muszę odpocząć.

Het was een moeilijke dag. Ik moet rusten.

Szef zagroził, że mnie zwolni.

Mijn baas bedreigde me met ontslag.

Widzisz ten przedmiot?

Zie je dit voorwerp?

1. overeenkomst = beide toestemmingen nodig, arbeid = werkgever verschaft de arbeid en de werknemer verricht het, 3. Loon = de tegenprestatie van de arbeid die moet bepaald zijn, 4. Gezag = werknemer verricht arbeid in verhouding van ondergeschikheid

Nigdy nie doświadczyłem głodu.

Ik heb nooit een hongersnood ondervonden.

Ta powierzchnia jest bardzo szorstka.

Deze oppervlakte is erg ruw.