3.5 Zal ik even helpen? (B1)

 0    20 fiche    w464jhbkjf
Télécharger mP3 Imprimer jouer consultez
 
question réponse
apartament
commencer à apprendre
het appartement
Ons appartement is op de vijfde verdieping van de flat.
bądź przygotowany na
commencer à apprendre
bereid zijn op
Kan iemand je helpen? - Ja, mijn broer is bereid om me te helpen.
w toku
commencer à apprendre
in de loop van
In de loop van de week, op woensdag of donderdag, gaat het sneeuwen.
ledwo
commencer à apprendre
nauwelijks
Ik heb onzettende honger. Ik heb vandaag nauwelijks gegeten!
przejąć
commencer à apprendre
overnemen
Onze docent is ziek, dus een andere docent neemt de les over.
czas
commencer à apprendre
het tijdstip
Alex stapt elke dag op hetzelfde tijdstip op zijn fiets: om 8.00 uur.
dla pewnosci
commencer à apprendre
voor de zekerheid
Het gaat misschien regenen, dus ik neem voor de zekerheid een paraplu mee.
doceniać
commencer à apprendre
waarderen
Ik waardeer jullie hulp! Ik vind het echt heel fijn.
zakładać
commencer à apprendre
aandoen
Het is donker, dus ik doe een lamp aan.
uzupełnić
commencer à apprendre
aanvullen
Het zout is bijna op. Ik koop meer zout en ik vul het aan.
alarm
commencer à apprendre
het alarm
Ons huis heeft een alarm. We horen het als er iemand inbreekt.
dać z siebie wszystko
commencer à apprendre
mijn best doen
Ik wil de toets goed maken. Ik doe mijn best!
martwić się o)
commencer à apprendre
zich druk maken (om)
Ik maak me druk om mijn zoontje. Ik ben bang dat hij ziek wordt.
w dobrej kondycji
commencer à apprendre
fit
Jasmin is al twee weken ziek. Ze is nog steeds niet fit.
to się (nie) spełnia
commencer à apprendre
het komt (niet) uit
Aster wil op donderdag met mij afspreken, maar dan werk ik. Het komt niet uit.
zostać
commencer à apprendre
logeren
Mijn kinderen logeren bij vrienden van ons. Ze blijven daar een nachtje slapen.
tak jak
commencer à apprendre
net (zo)als
Julans vader is dokter. Julan wil dokter worden, net als zijn vader.
dosyć
commencer à apprendre
nogal
In deze kamer past geen grote bank. De kamer is nogal klein.
porozmawiać (z)
commencer à apprendre
een praatje maken (met)
Karlijn maakt graag een praatje met de kapper, terwijl de kapper haar haar knipt.
poza tym, zresztą
commencer à apprendre
trouwens
Trouwens, ik moet je nog iets vragen. Ik was het bijna vergeten.

Vous devez vous connecter pour poster un commentaire.