2.8 in de klas

 0    46 fiche    justynagintowt89
Télécharger mP3 Imprimer jouer consultez
 
question réponse
odmiana czasownika siedziec
commencer à apprendre
1. ik zit 2. jij zit 3. hij zit 1 wij jullie zij zitten
odmiana czasownika stac
commencer à apprendre
1. ik sta 2. jij staat 3. hij staat 1. wij jullie zij staan
odmiana czasownika zien
commencer à apprendre
1. ik zie 2. jij ziet 3. hij ziet.pl zien
widzisz nauczyciela i dwóch kursantów.
commencer à apprendre
je ziet een docent en twee cursisten.
Nauczyciel stoi przed klasa.
commencer à apprendre
De docent staat voor de klas.
Kursanci siedzą w klasie.
commencer à apprendre
De cursisten zitten in een klas.
klasa
commencer à apprendre
de klas
olowek
commencer à apprendre
het potlood
gumka
commencer à apprendre
de gum
jak to przeliterować?
commencer à apprendre
hoe spel de dat?
papier
commencer à apprendre
het papier
latwe
commencer à apprendre
makkelijk
rzecz
commencer à apprendre
het ding
rzeczy
commencer à apprendre
de dingen
Olek mowi: Dzień dobry
commencer à apprendre
Olek zegt: Goedemorgen
Dawid widzi tablice
commencer à apprendre
David ziet een bord.
Dawid widzi olowek.
commencer à apprendre
David ziet een potlood.
Dawid literuje slowo: gumka.
commencer à apprendre
Dawid spelt het woord: gum.
Dawid potrafi dobrze przeliterowac: pen
commencer à apprendre
Dawid kan pen goed spellen
Darek umie dobrze przeliterowac: papier
commencer à apprendre
Darek kan papier goed spellen
Agata pisze papier na tablicy
commencer à apprendre
Agata schrijft papier op het bord
odmiana czasownika beginnen - zaczynać
commencer à apprendre
ik begin, jij begint, hij begint, wij beginnen
musisz postawić koleczko
commencer à apprendre
je moet een rondje zetten
musisz postawić krzyzyk
commencer à apprendre
je moet een kruisje zetten
musisz postawić linie
commencer à apprendre
je moet een streep zetten
musisz pociągnąć linie
commencer à apprendre
je moet een lijn trekken
widzisz obrazki na komputerze
commencer à apprendre
je ziet plaatjes op de computer
musisz napisać (na klawiaturze) to co widzisz.
commencer à apprendre
je moet typen wat je ziet.
odmiana czasownika typen- pisać na maszynie
commencer à apprendre
1. ik typ 2. jij typt 3. hij typt 1.2.3 typen
kolko
commencer à apprendre
het rondje
krzyzyk
commencer à apprendre
het kruisje
linia [podkreślenie slowa]
commencer à apprendre
de streep
linia
commencer à apprendre
de lijn
obrazki
commencer à apprendre
het plaatje/ de plaatjes
odmiana czasownika moeten- musiec
commencer à apprendre
1. ik moet 2. jij moet 3. hij moet pl. moeten
odmiana czasownika kiezen- wybierac
commencer à apprendre
1. ik kies 2. jij kiest 3. hij kiest pl. kiezen
wybieram dobra odpowiedz
commencer à apprendre
Ik kies het goede antwoord
Co widzisz na obrazkach?
commencer à apprendre
Wat zie je op de plaatjes?
Kursanci piszą zdania na komputerze.
commencer à apprendre
De cursisten typen de zinnen op de computer.
Darek podkreśla slowa
commencer à apprendre
Darek zet een streep onder de woorden.
Sarah musi w poniedziałek do szkoly.
commencer à apprendre
op Maandag moet Sarah naar school.
Zaznacz kółkiem duze litery
commencer à apprendre
Zet een rondje om de hoofdletters
Pociągnij linie od obrazków do slow
commencer à apprendre
Trek een lijn van de plaatjes naar de woorden
Co widzicie na obrazkach?
commencer à apprendre
Wat ziem jullie op de plaatjes?
Sandra postawiła krzyzyk
commencer à apprendre
Sandra zet een kruisje.
Przeczytaj pytania i wybierz dobra odpowiedź.
commencer à apprendre
Lees de vragen en kies het goede antwoord.

Vous devez vous connecter pour poster un commentaire.