→ 2.5 De Mantelzorger (B1) → Start Learning / Flashcards Téléchargement MP3

Télécharger mP3 Imprimer jouer consultez

question		réponse
chroniczny commencer à apprendre		chronisch Mijn dochter is chronisch ziek. Zij heeft suikerziekte.
potrzebować commencer à apprendre		behoefte hebben aan Ik ga even naar buiten want ik heb behoefte aan frisse lucht.
łączą się z commencer à apprendre		combineren (met) De cursist combineert het leren van de Nederlandse taal met werken.
instancja commencer à apprendre		de instantie De gemeente is een instantie waar je je paspoort haalt.
umysłowo commencer à apprendre		geestelijk De jongen is geestelijk ziek: hij is depressief.
niezbędny commencer à apprendre		noodzakelijk Om een goede baan te krijgen is het noodzakelijk om Nederlands te leren.
wziąć pod uwagę commencer à apprendre		rekening houden met Ik houd rekening met de buren dus ik maak geen lawaai thuis.
opieka commencer à apprendre		de zorg Ik werk in de zorg. Ik ben verpleegkundige.
przystosować się do commencer à apprendre		zich aanpassen aan Als je chronisch ziek bent, dan moet je je leven aanpassen.
starsi commencer à apprendre		de bejaarde In het weekend gaat de bejaarde met zijn kleinkind naar de film.
finansowy commencer à apprendre		financieel De financiële zaken van het bedrijf gaan slecht.
pamięć commencer à apprendre		het geheugen De docent vergeet de namen van de cursisten. Zijn geheugen is slecht!
długotrwałe commencer à apprendre		langdurig De werknemer komt zes maanden niet werken want hij is langdurig ziek.
medyczny commencer à apprendre		medisch De man heeft een ongeluk gehad. Hij heeft medische hulp nodig.
pacjent commencer à apprendre		de patiënt De patiënt is ernstig ziek en moet lang in het ziekenhuis blijven.
praktyczny commencer à apprendre		praktisch Hij houdt niet van lezen. Hij wil liever praktisch bezig zijn.
wózek inwalidzki commencer à apprendre		de rolstoel Lisa heeft twee benen gebroken en zit nu in een rolstoel.
wzrost o) commencer à apprendre		toenemen (met) Het aantal toeristen in Nederland neemt toe. Daarom zijn er ook steeds meer hotels.
pocieszac kogos commencer à apprendre		troosten De kleuter is van zijn fietsje gevallen en zijn moeder troost hem.
dom opieki commencer à apprendre		het verpleeghuis Ik ga op bezoek bij mijn oma die in een verpleeghuis woont.
wolontariusz commencer à apprendre		de vrijwilliger In het buurthuis werken mensen in dienst en als vrijwilligers.

2.5 De mantelzorger (B1)

Vous devez vous connecter pour poster un commentaire.

plus