→ 2.2 Ziek Zijn (B1) → Start Learning / Flashcards Téléchargement MP3

question		réponse
traktować, leczyć commencer à apprendre		behandelen Griep kun je niet behandelen met medicijnen.
fizjoterapeuta commencer à apprendre		de fysiotherapeut De fysiotherapeut geeft me oefeningen tegen rugpijn.
leczyć (z) commencer à apprendre		genezen (van) Mijn moeder is tien jaar ziek geweest. Nu is ze helemaal genezen.
sposób, środek, działanie commencer à apprendre		de maatregel Er is veel stress op het werk. De baas heeft daarom maatregelen genomen: iedereen gaat een paar uur minder werken.
przyczyna commencer à apprendre		de oorzaak De oorzaak van dat ongeluk was een kapot stoplicht.
terapia commencer à apprendre		de therapie Nahom is depressief. Daarom gaat hij in therapie.
na razie commencer à apprendre		voorlopig Ik heb het nu erg druk. Voorlopig heb ik geen tijd om te sporten.
oddychać commencer à apprendre		ademen Probeer rustig te ademen. Zo kun je je beter ontspannen.
duszno, commencer à apprendre		benauwd, Ik heb het erg benauwd dus ik loop naar buiten voor frisse lucht.
uszkodzony commencer à apprendre		beschadigd Ik heb gevallen en nu is mijn fiets beschadigd.
koncentrować się (na) commencer à apprendre		zich concentreren (op) Ik kan me niet concentreren op mijn werk.
energia commencer à apprendre		de energie Ik ben erg moe en heb geen energie om schoon te maken.
zapobiegać commencer à apprendre		voorkomen Veel oude mensen krijgen een griepprik om te voorkomen dat ze ziek worden.
ochronę słuchu commencer à apprendre		de gehoorbescherming Gebruik gehoorbescherming als je met die lawaaierige machine werkt.
granica commencer à apprendre		de grens Deze keer kan ik je niet helpen. Ik moet op mijn grenzen letten.
postawa, podejście commencer à apprendre		de houding Je moet niet te lang in dezelfde houding zitten. Beweeg regelmatig.
Powierzchnia commencer à apprendre		de omgeving Ik werk in een omgeving met veel natuur.
Substancja commencer à apprendre		de stof Een schilder moet soms gevaarlijke stoffen gebruiken.
ryzyko commencer à apprendre		het risico Als je veel rookt, loop je het risico om heel erg ziek te worden.
porównać do) commencer à apprendre		vergelijken (met) Ik wil een nieuwe telefoon. Ik ga een aantal prijzen vergelijken.
Co się dzieje? commencer à apprendre		Wat is er aan de hand?
Nic ci nie jest? commencer à apprendre		Gaat het?
Co Ci dolega? commencer à apprendre		Wat heb je?
Dlaczego? Jak to? Co sie stało? commencer à apprendre		Hoe komt het? Hoe komt het dat je buikpijn hebt?
właściwie commencer à apprendre		eigenlijk
zdiagnozowano chorobę mięśni commencer à apprendre		spierziekte vastgesteld
ataki zawrotów głowy commencer à apprendre		aanvallen van duizeligheid Heeft u het laatste jaar last van aanvallen van duizeligheid gehad?
Czy regularnie upadasz? commencer à apprendre		Valt u regelmatig flouw?
wpływać commencer à apprendre		beïnvloeden Gebruikt u een medicijn dat het rijden beïnvloedt?
chrapanie commencer à apprendre		snurken
Środki uspokajające commencer à apprendre		Kalmerende middelen
wysokie ciśnienie krwi commencer à apprendre		hoge bloeddruk
kontuzja commencer à apprendre		een verwonding Bloedt u langer dat één uur na een verwonding?
Czy zdarzają Ci się siniaki bez uderzania się? commencer à apprendre		Krijgt u zonder stoten blauwe plekken?
naświetlać commencer à apprendre		bestralen Bent u bestraald voor een tumor in uw hoofd of nek?
wystąpić commencer à apprendre		optreden Is de allergie opgetreden bij de tandarts?
zadyszka commencer à apprendre		kortademig Bent u kortademig bij het aankleden?
flegma commencer à apprendre		slijm Hoest u meer dan een kopje slijm per dag op?

2.2 Ziek zijn (B1)

Vous devez vous connecter pour poster un commentaire.

plus