dictionnaire Suédois - néerlandais

Svenska - Nederlands, Vlaams

markera néerlandais:

1. mark mark


Het leek erop dat de ruzie eindelijk uitgepraat zou worden, toen Mark olie op het vuur gooide door te beginnen over de vraag wie de schuldige was.
De sigaren kosten twee mark.

2. hoogtepunt hoogtepunt


De kersenbloesem is nu op zijn hoogtepunt.