dictionnaire serbe - néerlandais

српски језик - Nederlands, Vlaams

нога néerlandais:

1. been been


Als twee honden vechten om een been, loopt de derde er mee heen.
Een krokodil heeft zijn been afgebeten.
Hij heeft een ongeluk gehad en zijn been gebroken.
Ik was gewond aan mijn been, ik kon niet meer lopen.
Zijn gewonde been begon opnieuw te bloeden.

Néerlandais mot "нога"(been) se produit dans des ensembles:

Lichaamsdelen in het Servisch