dictionnaire Slovaque - néerlandais

slovenský jazyk - Nederlands, Vlaams

topánky néerlandais:

1. laarzen laarzen


Mijn nieuwe laarzen zijn van echt leer en hebben nogal hoge hakken.
Raad eens wat ze gekregen hebben! Een bolhoed voor hem, en leren laarzen voor haar!

2. schoenen schoenen


Bij binnenkomst horen we onze schoenen uit te doen.
Uw schoenen zijn hier. Waar zijn de mijne?
Zijn schoenen zijn bruin.
Ik zou niet graag in haar schoenen willen staan.
Hier, uw schoenen.
We zijn het gewend om schoenen te dragen.
Ik wilde rode schoenen.
Hebt ge schoenen en kousen?
Hij schopte zijn schoenen uit zonder eerst de veters los te maken.
Welke schoenen trek je aan?
Ik liet mijn schoenen poetsen.
Je schoenen passen niet bij dat pak.
Mijn schoenen zijn te klein, ik heb er nieuwe nodig.
Ik zag de jongen met bruine schoenen.
Ik wil bruine schoenen, geen zwarte.