1. aanbod
Goed. Ik aanvaard je aanbod.
Dit is een tijdelijk aanbod enkel voor nieuwe klanten.
2. bod
3. menu
Kan ik het menu krijgen alstublieft?
Ik versta perfect Italiaans pochte zij, terwijl ze een schotel uit het menu koos. Maar toen het eten opgediend werd, was het helemaal niet wat ze verwacht had.