dictionnaire Portugais - néerlandais

português - Nederlands, Vlaams

riqueza néerlandais:

1. rijkdom rijkdom


Kinderen zijn de rijkdom van de armen.
Hoe de rijkdom verdelen is een groot probleem.
Beter geluk en vrede, dan de grootste rijkdom.
Zij zoekt rijkdom.
Geluk komt niet alleen door rijkdom.
Mijn vergissing kostte mij mijn rijkdom.