dictionnaire Portugais - néerlandais

português - Nederlands, Vlaams

passado néerlandais:

1. verleden verleden


Maak je geen zorgen over het verleden.
Het verleden komt nooit terug.
Verleden pijn is vlug vergeten.
Archeologie ontdekt de geheimen van het verleden.
Het verleden zal nooit terugkeren; de toekomst kent nog niemand.
Dat mensen niet veel leren van de lessen uit het verleden is de belangrijkste les die het verleden ons te leren heeft.
We kunnen het verleden en het heden registreren.
Plezier bevindt zich altijd in het verleden of in de toekomst maar nooit in het heden.
We weten weinig over zijn persoonlijk verleden.
In tijden van crisis moet je nooit het verleden gaan idealiseren.
Vergeet het verleden. Vergeleken met gisteren, verkies ik vandaag. 't Is daarom dat ik probeer te genieten van het moment, dat is alles.
Heb je verleden nacht naar de televisie gekeken?
Gebruik de tijd nu, voorzie de toekomst, en herinner u het verleden.