dictionnaire Polonais - néerlandais

język polski

-

Nederlands, Vlaams

zaskoczony néerlandais:

1. verrast

Zijn geheugen verrast me.

Toen ik hem het eerst ontmoette, was ik verrast door zijn onverwachte vraag.

Je verrast me altijd met je plotse binnenkomen.

Vorig jaar kwam ik terug thuis en was ik verrast, dat het dorp en de mensen helemaal veranderd waren.

Een plotse stortbui heeft mij onderweg naar huis verrast.

Ik was verrast, zoveel mensen te zien op het concert.

Néerlandais mot "zaskoczony"(verrast) se produit dans des ensembles:

od rozrywki do jedzenia
verplicht om te leren
CECHY CHARAKTERU
H1 Vorstellen
Niuews van de week

2. verbaasd

Ik ben verbaasd om jou hier te zien.

Verbaasd zijn, zich verwonderen, is beginnen te begrijpen.

Néerlandais mot "zaskoczony"(verbaasd) se produit dans des ensembles:

Woordjes Leren Aflevering (Peuter en Kleuters)
Hoe ziet ze eruit?

3. verwonderd

Verwonderd zijn, zich iets afvragen, is het begin van het begrip.

Iedereen was verwonderd dat hij geslaagd was in het rijexamen.

Néerlandais mot "zaskoczony"(verwonderd) se produit dans des ensembles:

Rozmowa o pracę
język holenderski
język holenderski

mots connexes

zmęczony néerlandais
podekscytowany néerlandais
znudzony néerlandais
smutny néerlandais
zły néerlandais
zmartwiony néerlandais
rozczarowany néerlandais
zadowolony néerlandais
zdenerwowany néerlandais
przerażony néerlandais

d'autres mots commençant par "Z"

zarządzać néerlandais
zaręczyny néerlandais
zasada néerlandais
zasnąć néerlandais
zaspać néerlandais
zastrzyk néerlandais

A
B
C
Ć
D
E
F
G
H
I
J
K
L
Ł
M
N
O
P
R
S
Ś
T
U
W
Z
Ź
Ż