dictionnaire Polonais - néerlandais

język polski - Nederlands, Vlaams

za każdym razem néerlandais:

1. telkens telkens


Telkens als ik hem zie, zegt hij "Goeiedag!".
Hij onderbrak de spreker telkens met vragen.

Néerlandais mot "za każdym razem"(telkens) se produit dans des ensembles:

13/4 Wanneer kunt u langskomen?