dictionnaire Polonais - néerlandais

język polski

-

Nederlands, Vlaams

właściciel néerlandais:

1. de eigenaar

Néerlandais mot "właściciel"(de eigenaar) se produit dans des ensembles:

Kolokwium - hoofdstukken 5 en 6
hoofdstuk 1B
Lekcja 17-18

2. eigenaar

Beheer van een bedrijf is niet hetzelfde als eigenaar zijn van een bedrijf.

Wie is eigenaar van dit huis?

Je bent geen eigenaar van dit opslagbestand. Je kunt je voortgang niet opslaan. Trofeeën zijn niet beschikbaar.

Néerlandais mot "właściciel"(eigenaar) se produit dans des ensembles:

słówka zo gezegd 1 i 2

mots connexes

lokator néerlandais
kaucja néerlandais
współlokator néerlandais
kolejka néerlandais

d'autres mots commençant par "W"

włamywacz néerlandais
własność néerlandais
własny néerlandais
właściwie néerlandais
właściwy néerlandais
włochy néerlandais

A
B
C
Ć
D
E
F
G
H
I
J
K
L
Ł
M
N
O
P
R
S
Ś
T
U
W
Z
Ź
Ż