dictionnaire Polonais - néerlandais

język polski - Nederlands, Vlaams

wątpić néerlandais:

1. twijfelen


Ik zou nooit twijfelen over zijn eerlijkheid.
Verliefden twijfelen aan alles of aan niets.

Néerlandais mot "wątpić"(twijfelen) se produit dans des ensembles:

500 czasowników po niderlandzku 151 - 200
9/3 Tweedehands kleren ga ik echt niet dragen
10/4 Spreek ik met de politie?
3.7 Aan het klussen (B1)
naar sterren luisteren

mots connexes

myśleć néerlandais

d'autres mots commençant par "W"

wąchać néerlandais
wąski néerlandais
wąsy néerlandais
wątpliwość néerlandais
wątroba néerlandais
wąż néerlandais