dictionnaire Polonais - néerlandais

język polski - Nederlands, Vlaams

stodoła néerlandais:

1. de schuur de schuur



Néerlandais mot "stodoła"(de schuur) se produit dans des ensembles:

strona 24-30

2. schuur schuur


Thuis is in je schuur.
Wil je die rollator zo even in de schuur zetten? Hier is het maar een sta-in-de-weg.