dictionnaire Polonais - néerlandais

język polski - Nederlands, Vlaams

skaleczenie néerlandais:

1. gesneden gesneden


Ik heb zojuist in mijn vinger gesneden.
Dat is het beste sinds het gesneden brood. Nu weet ik wel niet wat het beste was voor het gesneden brood.
Wij zijn uit hetzelfde hout gesneden.

Néerlandais mot "skaleczenie"(gesneden) se produit dans des ensembles:

Język holenderski
język holenderski

2. snee snee



3. besnoeiing besnoeiing



Néerlandais mot "skaleczenie"(besnoeiing) se produit dans des ensembles:

Urazy po holendersku

4. snij


Neem het mes en snij de punt eraf.
Snij het doormidden.
Snij het in tweeën.

Néerlandais mot "skaleczenie"(snij) se produit dans des ensembles:

Extra woorden