1. het woordenboek
Zoek het woord op in het woordenboek, alsjeblieft.
Néerlandais mot "słownik"(het woordenboek) se produit dans des ensembles:
Miejsca, aktywności, przedmiotyBoom, de opmaat, thema 1Duolingo cz4Lekcja 11-122. woordenboek
Het woordenboek bevat ongeveer een half miljoen woorden.
Dat is mijn woordenboek.
Het woordenboek op het bureau is van mij.
Ik zal de uitdrukking opzoeken in het woordenboek.
Als je nieuwe woorden tegenkomt, moet je ze opzoeken in het woordenboek.
Waarom kocht je zo'n duur woordenboek?
Niet iedere student heeft een woordenboek.
Het woordenboek is van onschatbare waarde bij het leren van talen.
Er ligt één woordenboek op tafel.
Hij is de persoon aan wie ik mijn woordenboek heb gegeven.
Het handige van dit elektronische woordenboek is dat je het makkelijk mee kan nemen.
Ik heb haar haar woordenboek teruggegeven.
Ze kocht een woordenboek voor haar zuster.
Ik heb het woordenboek geleend van mijn vriend.
Men kan zich een woordenboek aanschaffen van Esperanto naar en uit enorm veel nationale talen.