dictionnaire Polonais - néerlandais

język polski - Nederlands, Vlaams

pułapka néerlandais:

1. de valkuil



Néerlandais mot "pułapka"(de valkuil) se produit dans des ensembles:

Usłyszane 93

2. valstrik



Néerlandais mot "pułapka"(valstrik) se produit dans des ensembles:

niderlandzki 2.1 - les 1-2

3. val


Val! riep hij toen hij haar herkende.
Ik val maar meteen met de deur in huis. Je bent ontslagen.
Val me alsjeblieft niet in de rede.
Hoogmoed komt voor de val.
Val niet voor één van zijn oude trucs.