dictionnaire Polonais - néerlandais

język polski - Nederlands, Vlaams

posprzątać néerlandais:

1. opruimen


Ik zou die kamer moeten opruimen.
Wat ben je aan het doen? Ik ben aan het opruimen.

Néerlandais mot "posprzątać"(opruimen) se produit dans des ensembles:

ik wil graah een ander huis