dictionnaire Polonais - néerlandais

język polski - Nederlands, Vlaams

parking néerlandais:

1. parkeren parkeren


Je mag niet op de stoep parkeren.
Je kan je auto hier niet parkeren.
Ik vroeg hem waar ik de auto kon parkeren.
Meneer, u mag daar niet parkeren.
Vertel me alstublieft waar ik mijn wagen moet parkeren.
Ge moogt de auto niet parkeren in deze straat.
Waar kan ik de auto parkeren?

Néerlandais mot "parking"(parkeren) se produit dans des ensembles:

mondeling deel 7
strona 24-30

2. de parkeerplaats de parkeerplaats



Néerlandais mot "parking"(de parkeerplaats) se produit dans des ensembles:

Dom i życie codzienne (H6+H7)
Lekcja 13-14